De 4 stappen in de motorische ontwikkeling van jouw baby
Geloof het of niet, maar leren schudden met een rammelaar is ingewikkelder dan je denkt! De motorische ontwikkeling moet hiervoor voldoende zijn. Gelukkig kun je je kindje helpen bij het ontwikkelen van de fijne motoriek.
Wat is motorische ontwikkeling
Volgens experts is de manuele vaardigheid (hoe handig je kind is met de handen) direct verbonden met de cognitieve ontwikkeling (de ontwikkeling in de hersenen). Met behulp van zijn handen, laat je baby de link zien tussen gedachte en actie. Dat lukt pas wanneer zowel de fijne motoriek als de ontwikkeling in de hersenen voldoende zijn. Daarom is het belangrijk om in de gaten te houden of je kindje zich op die gebieden goed ontwikkelt. Je kunt hem of haar al in het eerste levensjaar op verschillende manieren aanmoedigen om te oefenen op die fijne motoriek.
1. De ontwikkeling ondersteunen in maand 0 – 3
De meeste handbewegingen die in de eerste drie maanden na de geboorte worden gemaakt, zijn reflexmatig. Leg je vinger maar eens in de palm van de hand van je pasgeborene. In een reflex zal je kleine zijn of haar vingers er strak omheen vouwen. Dit is de palmreflex, een automatische reactie. Het kan ook gebeuren dat je baby de handen dichtknijpt tot vuisten wanneer hij moet huilen of ergens van schrikt. In de komende maanden zullen deze reflexen langzamerhand veranderen in gerichte acties.
Een handje helpen
Er zijn een aantal dingen die je kunt doen om de motorische ontwikkeling in deze periode te ondersteunen:
- Aai over de knokkels met een rammelaar. Wanneer je kindje in een reflex de vingertjes buigt, kun je de rammelaar vervolgens voorzichtig in de palm van de hand stoppen. In het begin zal het hem moeite kosten om de rammelaar lang vast te houden, maar het oefenen met vasthouden en laten vallen is een goede oefening voor later;
- Het is belangrijk dat je baby tijdens het spelen regelmatig op z’n buik ligt. Dit is cruciaal voor het versterken van de spieren in rug, schouders, armen en handen;
- Je doet je kindje in deze periode en plezier met een baby gym, met hangende speeltjes. Leg je baby onder de boog en moedig hem of haar aan om tegen de speeltjes aan te slaan. Een goede oefening voor de hand-oog coördinatie!
2. De ontwikkeling in maand 4 tot en met 6
Dit is een heel belangrijke periode in de ontwikkeling van de fijne motorische vaardigheden van je kind. Tijdens deze maanden zal hij leren om zijn gedachten te coördineren met z’n handbewegingen. Hij zal niet simpelweg speelgoed oppakken: in plaats daarvan reikt hij ernaar, grijpt hij het en stopt het in z’n mond. Deze manier van ontdekken leert je kind het verband tussen oorzaak en gevolg en laten hem zien dat zijn acties invloed hebben op de wereld om hem heen.
Tekst gaat verder onder de afbeelding.
Een handje helpen
Ook in deze periode kun je allerlei leuke dingen doen om je kleine te stimuleren om te oefenen:
- Speel ‘Daar komt een muisje aangeslopen…’. Je kindje kan hierbij oefenen met de handjes door het muisje na te proberen te doen;
- Stop een zacht blok tussen de handjes van je baby, om te oefenen met het vasthouden van speelgoed;
- Laat je baby regelmatig van houding wisselen. Als een kindje leert spelen in een nieuwe houding, bijvoorbeeld op zijn zij, worden zijn motorische vaardigheden op verschillende manieren op de proef gesteld. Op deze manier leert je kindje dus meer.
3. De ontwikkeling in maand 7 tot en met 9
Je kindje is inmiddels een prof als het gaat om het vasthouden van speelgoed. Slaan, schudden, laten vallen en weggooien zijn inmiddels vast routines! In deze periode is de grootste uitdaging voor je baby om te leren hoe hij of zij zichzelf kan voeden. Ze is nu in staat om voedsel zelf vast te houden in haar vuist. Maar om dat voedsel vervolgens in haar mond te krijgen… Dat is nog best lastig! In deze maanden zal je kleine ook de pincetgreep onder de knie krijgen. Dit betekent dat hij of zij in staat is om voorwerpen op te pakken tussen duim en wijsvinger.
Helpende handjes
Leuk en leerzaam om te doen deze periode:
- Laat je baby er een troep van maken! Opruimen is een geweldige oefening voor die klene vingertjes;
- Is je baby aan het spelen? Let er dan op dat rug en schouders ondersteund worden, zodat je kleine zich volledig kan focussen op de vingers;
- Laat je kleine dingen zelf uitproberen. Niet alles zal lukken, maar het biedt de kans om vaardigheden te oefenen en de zelfstandigheid te vergroten.
4. De ontwikkeling in maand 10 tot en met 12
Alles wat je baby in de afgelopen periode heeft geleerd, zal je klein in deze periode verder verfijnen. Ook zal hij steeds moeilijker zaken aanpakken. Zo zal je kleine gaan oefenen op het onafhankelijk van elkaar bewegen van de vingers. Dat zal je merken, wanneer ze opeens in staat blijkt om een vinger in haar neus te steken (o, dat snot is wel heel interessant! ?). Je kindje kan nu ook wijzen naar interessante dingen die ze wil hebben. En ze zal in staat zijn om jou duidelijk te maken dat je die dingen voor haar moet pakken. Ook met de muziek mee klappen en je hand vasthouden zullen favoriete bezigheden zijn.
De ontwikkeling ondersteunen
In deze periode zijn er weer een aantal activiteiten die je kunt doen om je kleine te ondersteunen:
- Knoop verschillende kleuren garen om de vingers van je kindje, zodat die kan zien en voelen hoe de touwtjes los van elkaar bewegen. Let er wel op dat de touwtjes niet te strak zitten;
- Het prikken van gaten is de beste manier om je kindje te leren om iedere vinger afzonderlijk te gebruiken. Dus koop een paar potten klei, ga samen aan tafel zitten en laat je kindje lekker prikken!
- Op deze leeftijd kan een baby al best wat woorden begrijpen. Dus vraag je kind om dingen te doen die de motorische ontwikkeling ondersteunen en meer duidelijk maken over oorzaak en gevolg. Denk bijvoorbeeld aan knijpen in een speeltje, waardoor dat speeltje geluid maakt. Of gooi samen steentjes in het water en luister naar het opspattende water.