Buitenbaarmoederlijke zwangerschap Oorzaken
Buitenbaarmoederlijke zwangerschap of EUG (staat voor Extra=buiten, Uterus=baarmoeder, Graviditeit=zwangerschap) komt voor bij één op de honderd zwangerschappen. Dat is in Nederland jaarlijks ongeveer 1.600 keer. Bij een EUG bevind de bevruchte eicel zich buiten de baarmoeder, meestal in de eileider. Een EUG kan verschillend verlopen, maar zal in principe niet tot een voldragen zwangerschap leiden.
Naast de eileider kan de bevruchte eicel zich bijvoorbeeld ook in de eileider, buikholte, eierstok of baarmoederhals plaatsen.
Oorzaken
Een EUG ontstaat wanneer het transport van de eicel vanuit de eierstok naar de baarmoeder wordt belemmerd. Deze belemmering kan vele oorzaken hebben. Hieronder een aantal mogelijke oorzaken. Echter, in de praktijk kan de werkelijke oorzaak vaak niet achterhaald worden.
- Aangeboren afwijkingen van de eileider.
- Een eerdere operatie aan, in of in de omgeving van de eileider, bijvoorbeeld als gevolg van littekenweefsel
- Een eerder infectie, zoals ontsteking van de eileider (bijv. Chlamydia)
- Endometriose haardjes in de eileider, dit zijn haardjes van meemenstruerend baarmoederslijmvlies die periodiek met de cyclus veranderen.
- Afwijkingen van de eicel of spermacel
- Vleesbomen
- Baarmoederslijmvliesontsteking n.a.v. de plaatsing van een spiraaltje
- Vrouwelijke sterilisatie
- Vruchtbaarheidsondersteunende behandelingen (bijv. IVF)
- Roken
- Bevruchting op latere leeftijd (de kans op het ontwikkelen van een EUG stijgt met de leeftijd)