Inentingen
Iedere moeder hikt waarschijnlijk op tegen het moment dat je kleintje voor het eerst word ingeent. Met lood in je schoenen en een bezwaard geweten ga je richting consultatiebureau als een lam naar de slachtbank. Maar troost je, meestal is het moment van prikken voor de kleine niet echt een traumatische ervaring.
Je kind kan even huilen op het moment dat de prik gegeven wordt, maar een knuffel van mama en of zijn/haar favoriete speeltje of knuffelbeest biedt al gauw genoeg afleiding om die nare prik te vergeten. Inenten is echter wel heel belangrijk want het werkt preventief tegen een aantal ziekten die mede door het vaccinatieprogramma vrijwel niet meer voorkomt.
Nederland kent een zogeheten Rijksvaccinatieprogramma, dat bepaalt tegen welke ziekten kinderen worden ingeënt. Het programma heeft betrekking op kinderen van 0 tot 12 jaar oud. Doel is alle kinderen op hun 12e zo volledig mogelijk te hebben beschermd tegen de meest voorkomende kinderziekten.
Op grond van het Rijksvaccinatieprogramma worden kinderen ingeënt tegen difterie, kinkhoest, tetanus, polio, hib-ziekten, bof, mazelen en rodehond. De zogeheten DKTP, DTP, HIB en BMR prikken.