6 spelletjes om de ontwikkeling van je peuter te ondersteunen
Ondersteun de cognitieve en taalkundige ontwikkeling van je peuter met behulp van deze 6 leuke, uitdagende spelletjes.
1. Spelen met texturen
Peuters leren met hun zintuigen. Ze zijn gek op aanraken, ruiken en proeven om de wereld om zich heen beter te leren begrijpen. Gebruik een zwarte stift om de omtrek van de letters van het alfabet op een groot vel papier te schrijven. Laat je peuter vervolgens de letters decoreren met materialen met verschillende texturen te beplakken. Denk aan schuurpapier, gedroogde bonen, katoenen bolletjes, gedroogde pasta of zand. Door de letters aan te raken, leert je kind de verschillende vormen van de letters kennen. Het volgen van de vormen met de vingers is een eerste aanzet tot leren schrijven. Oefenen elke dag door de letters hardop te benoemen en je kind weer aan de letters te laten voelen. Leuk als volgende stap: maak een poster met de letters van de naam van je kind erop, of schrijf de cijfers 0 tot en met 9 op.
2. Meten met appels
Gebruik alledaagse voorwerpen om je kind te leren hoe je dingen kunt meten. Natuurlijk is een liniaal het meest voorkomende meetinstrument, maar je kunt het veel leuker maken. Gebruik de maanden, seizoenen of tijd van het jaar om de interesse van je kind te wekken. Laat je kind op het gras liggen en leg appels naast hem of haar neer. Hoe veel appels lang is ze? Dit kun je een paar keer per jaar herhalen, om te kijken hoeveel appels er bij komen. Of kom er samen achter hoeveel legoblokjes lang de bank is, of hoeveel houten blokken lang de diepvries. Ook leuk; ontdek hoeveel boeken er passen op je bed. Tel altijd hardop mee als je de objecten neerlegt. Je zal zien dat je kind al snel gaat meetellen en -meten!
3. Op alles een sticker
Kies een paar dingen in huis uit om een labeltje op te plakken. Zet op het labeltje de naam van het ding. Beplak bijvoorbeeld een raam, een stoel en de koelkast. Kies iedere maand een paar andere objecten om te labelen, zodat je kind spelenderwijs kan oefenen met letters. Zorg ervoor dat de labels herkenbaar zijn, zodat je kind ze makkelijk kan vinden en weet waar het om gaat. Nog leuker: knip en plak samen de labels. Zorg er wel voor dat de woorden in losse letters duidelijk op de kaartjes komen te staan. Hierdoor leert je peuter dat alle dingen hun eigen letters in een eigen volgorde hebben, waarmee je de dingen kunt identificeren. Als je kind al oud genoeg is om letters te herkennen, kun je ook dingen vragen als: ‘Met welke letter begint het woord lamp?’, en: ‘Kun je het label vinden met het woord dat begint met een P?’. Als dergelijke vragen nog te moeilijk zijn, kun je in ieder geval uitleg geven over de afzonderlijke letters en laten zien hoe die letters samen een woord vormen. Oefen dit dagelijks kort en na een tijdje zal je merken dat je kind de woorden zelfstandig kan herkennen.
Tekst gaat verder onder de afbeelding.
4. Maak een speurtocht
Kinderen zijn van nature onderzoekers en ze houden ervan om nieuwe dingen te ontdekken. Speurtochten kun je van tevoren uitzetten, of gewoon ter plekke bedenken. Ga in de supermarkt op zoek naar eten in een bepaalde kleur, of zoek dingen in huis met dezelfde vorm. Je kunt je kind als dat nodig is een beetje mee helpen, door drie dingen bij elkaar te zoeken en dan vragen te stellen: ‘Welke van deze dingen is rood?’, of ‘Welke van de drie heeft een ronde vorm?’. Zelfs een speurtocht in de boekenkast is mogelijk! Laat je peuter in de kast op zoek gaan naar een specifieke letter, een woord of een nummer. Of doe alsof je je sloffen of de aardappels niet kan vinden. Je kind zal ze met alle plezier voor je gaan zoeken!
5. Leer je woonplaats kennen
Je hoeft niet ver weg te gaan om dingen te leren. Ontdek samen met je kind de eigen woonplaats door te wijzen op de supermarkt, de benzinepomp, de brandweerkazerne en andere interessante plekken. Kom je langs zo’n plek? Praat er samen over, bekijk wat er allemaal te zien is en vraag je kind wat hem of haar opvalt. Wie werken er, wat gaan jullie er doen en wat kun je binnen allemaal vinden? Maak daarna een tekening of maak foto’s van de plek. Plak de foto’s in een plakboekje en schrijf onder iedere foto alle informatie over de plek. De volgende keer dat je langs zo’n plek uit het boekje komt, kun je naar het boekje verwijzen. Vraag bij thuiskomst welke plekken uit het boekje je kind vandaag allemaal gezien heeft. Zo leert hij of zij langzaam de omgeving kennen. Overigens kun je ook zo’n fotoboekje maken van vrienden en familieleden. Plak foto’s van iedereen in het boekje en zet hun naam er in blokletters onder. Of hang alle foto’s met naam aan een groot bord aan de muur. Zo kan je kind op een leuke manier met de letters en woorden oefenen!
6. Maak een weerraam
Zelfs een peuter kan al een mini-meteoroloog worden, met behulp van een weerraam. Verdeel een groot vel (A3-)papier in vier vlakken. Plak aan alle vier de randen een smalle reep papier. Plak daarnaast ook een smalle reep over de vouwen door het midden. Zo ontstaat een omlijnd papier (een raam), met een raster van vier witte vlakken. Laat je kind in een van die vlakken een tekening maken van het weer van vandaag. Dit mag met ieder soort materiaal. Denk aan krijtjes, stiften, vinger- of waterverf. Is de tekening droog? Zet er een datum onder en bedenk samen een titel voor het kunstwerk, zoals ‘zonnig en droog’, of ‘koud en nat’. Daarna wacht je een aantal dagen, om het volgende vlak van het raam te gaan vullen. Uiteindelijk heeft je kind een raam met daarin vier verschillende weertypes. Het leukste is als je gedurende het jaar verschillende ramen maakt, zodat je uiteindelijk al die ramen en verschillende weertypes kan vergelijken!
