De leukste telspelletjes voor peuters

Wiskunde kan best ingewikkeld lijken voor kinderen (voor ouders trouwens ook…). Ze zien rijen nummers en symbolen – en verliezen direct hun interesse. Dus hoe kan je ervoor zorgen dat dat bij jouw peuter niet gebeurt? Door wiskundige zaken te laten zien op een manier die voor je kind interessant is. Laat je kind bijvoorbeeld bedenken hoe hij of zij zes koekjes eerlijk kan delen met een vriendje. Alledaagse situaties bieden geweldige mogelijkheden om je kind te laten oefenen met wiskunde in het echte leven.

1. Telspelletjes in de keuken

Koken, bakken, afwassen: in de keuken zijn er ontzettend veel mogelijkheden om spelletjes met wiskunde te doen!

Delen

Eet pizza, want daar wordt je slim van! Je kunt tijdens het eten van pizza namelijk heel goed oefenen met deelsommen. Vraag bijvoorbeeld: ‘Wat gebeurt er wanneer ik de pizza precies doormidden snij? Ja, dan krijgen we twee stukken van dezelfde grootte! Dat zijn twee halve pizza’s dus.’ Of vraag aan je kind hoeveel stukken jullie nodig hebben om ieder gezinslid twee stukken te kunnen geven.

Sorteren

Oefenen met vormen en kleuren is in de keuken ook geen probleem. Haal een zak M&M’s uit de kast, gooi ze los in een bak en sorteer ze samen met je kind op kleur. Je kunt ze ook in bepaalde vormen leggen. Vraag bijvoorbeeld aan je kind of hij ze in een vierkant wil neerleggen. Zo oefen je spelenderwijs de vormen. Of zet een aantal kopjes op het aanrecht, zodat je kind ze kan neerzetten van groot naar klein. Ook dat is een goede oefening in sorteren.

Tellen in de keuken

Zelfs zoiets als ‘twee’ kan voor een jong kind een lastig concept zijn. Jonge kinderen snappen nog niet dat ‘twee’ ook past bij twee dingen die er verschillend uitzien. Denk bijvoorbeeld aan twee verschillende koekjes. Maar ook twee dingen onderscheiden die er wel hetzelfde uitzien kan nog best lastig zijn. Om je kind te helpen kun je bijvoorbeeld zeggen: ‘Je mag twee koekjes bij de thee. Pak ze maar uit de koekjestrommel!’ Wanneer je kind eenmaal weet wat het getal ‘twee’ inhoudt, kun je verder gaan met oefenen van de getallenrij en het oefenen met tellen. Drie appels pakken, of vier aardappels enzovoort.

Dingen classificeren

Een appel en een peer; horen die bij elkaar? Je kind zal eerst zeggen van niet. Maar wanneer je uitlegt dat ze beide tot eenzelfde voedselgroep horen (fruit), leert je kind onderlinge verbanden te zien. Kent je kind de meeste soorten groente, fruit en zuivelproducten? Dan is de volgende stap om die onderlinge verbanden uit te leggen. Zo komt je kind er langzaam achter dat melk en karnemelk bij elkaar kunnen horen, maar appels en meloen ook. Overigens kan het ook leuk zijn om andere verbanden te leggen. Aardappels en brood kunnen bijvoorbeeld ook bij elkaar horen, omdat ze allebei bruin van kleur zijn. Door daarmee te spelen leert je kind dat er meer mogelijkheden zijn dan op het eerste gezicht soms lijkt!

Telspelletjes tijdens het klusjes doen

Kinderen vinden het vaak geweldig om papa of mama te helpen bij het doen van klusjes. Dit schept mogelijkheden op het gebied van telspellen!

Meten

Geef je kind een eigen (kindveilig) meetlint. Hoewel peuters vaak de getallen nog niet helemaal begrijpen, blijft dat meten een fascinerend iets. Je kind zal al snel ontdekken dat er veel verschil in grootte is tussen allerlei dingen. Ook leuk: meet je kind regelmatig op. Als je dat steeds op dezelfde plek doet én iedere keer aanstreept hoe groot je kind is, kun je samen de groei zien.

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

telraam voor kinderen

Vormen herkennen

Ben je bezig met de was? Laat je kind graven in de berg met was om de sokken eruit te vissen. Dit is niet alleen handig voor jezelf, maar ook heel leerzaam voor je kind. Hij of zij leert zo vormen te herkennen. Washandjes nodig? Dan gaat hij op zoek naar rechthoekige vormen. En die sokken, dat zijn die kleine, raar gevormde lapjes!

Plussen en minnen

Laat je kind helpen met het dekken van de tafel. Vraag aan hem hoeveel vorken er nodig zijn. Of: ‘Hoeveel borden hebben we nodig?’ Dit kun je ook toepassen op andere momenten. Denk bijvoorbeeld aan het voeren van de goudvissen. Vraag hoeveel vissen er zijn. Of vraag: ‘Als we er nog twee goudvissen bijkopen, hoeveel vissen hebben we dan?’.

Bij het slapengaan

Zelfs ’s avonds bij het naar bed brengen zijn er tal van manieren om te oefenen met wiskunde. Laat je kind bijvoorbeeld drie knuffels uitkiezen die in bed mogen slapen. Of tel de bladzijden van het verhaaltje dat jullie samen lezen. En hoeveel vierkantjes zijn er eigenlijk getekend in het motief van het dekbed? Hoeveel nachtjes slapen is het nog voordat oma komt? En hoeveel tanden heeft je kind al? Kortom; er valt genoeg te tellen, te delen en te sorteren!

Tips voor meer zelfvertrouwen

Leren gaat met vallen en opstaan. Je kind zal dan ook niet op iedere vraag het juiste antwoord hebben. Blijf geduldig, je hoeft niet boos te worden vanwege een fout antwoord. Ieder kind leert op een eigen tempo! Wanneer je kind voldoende zelfvertrouwen heeft, zal het leren ook makkelijker gaan. Let daarom op de volgende zaken:

– Het kan gebeuren dat je zelf het antwoord op een ingewikkelde som ook niet weten. Wees niet bang om dit toe te geven. Dit laat je kind zien dat jij ook af en toe nog moet leren. Nog leuker: het geeft je kind de kans om het goede antwoord te geven. Lukt dat ook niet? Ga dan samen op zoek naar de oplossing!

– Geef niet te snel zelf antwoord op je vraag. Laat je kind rustig nadenken, zonder de druk op te voeren. Nadenken onder stress is geen pretje! Geef ook ruimte om zelf na te denken. Vraag je kind je wat, dan kun je vaak ook prima eerst vragen: ‘Wat denk jij?’ Op die manier stimuleer je het denken;

– Heeft je kind een antwoord op een som? Vraag dan hoe hij aan het antwoord komt. Kunnen uitleggen hoe je iets hebt beredeneert, is een signaal dat je de stof écht begrijpt. Daarnaast is een antwoord soms fout, terwijl de redenering wél klopt. Voor je kind is het fijn als dat gezien wordt.

Reageer op artikel:
De leukste telspelletjes voor peuters
Sluiten