Veilig met je kind in en op het water
Tijdens die heerlijk warme zomerdagen zoeken we graag verkoeling bij het water. Pootjebaden, wandelen aan zee, of gewoon een flinke plons in het zwembad. Lekker, maar helaas kun je tijdens dat badderen de veiligheid snel uit het oog verliezen. Zorg ervoor dat jij én je kind veilig kunnen genieten van het frisse water!
Opblaasbadje in de tuin altijd veilig?
Als je kindje nog klein is en nog niet kan zwemmen, kan je ervoor kiezen om uit de buurt van open water te blijven. Zo voorkom je dat je kind in een onveilige situatie terecht komt. Je hoeft niet per se naar het zwembad, om verkoeling te vinden. Een pierenbadje in de tuin of speeltuin is vaak al genoeg voor uren vermaak. Toch is het zelfs bij die pierenbadjes van groot belang dat je blijft opletten. Zo’n klein laagje water lijkt niet gevaarlijk. Helaas is de werkelijkheid anders: een kindje kan al verdrinken in een laagje water van slechts tien centimeter diep! Laat je kindje lekker badderen, maar houd hem of haar dus continu in de gaten. Dit betekent helaas ook dat het moment waarop je kindje in het badje zit, niet het ideale moment is om met je neus in een spannend boek te gaan zitten. Gelukkig is er een leuk alternatief: trek ook je zwemkleren aan en badder en spetter gezellig met je kind mee.
Altijd zwembandjes
Heeft je kind nog geen zwemdiploma’s? Dan is het heel erg belangrijk om hem of haar altijd zwembandjes om te doen als jullie bij het water zijn. Ga je op het water, met bijvoorbeeld een boot of waterfiets? Zorg dan voor een reddingsvest. Op deze manier weet je zeker dat je kindje boven water blijft wanneer hij in het water terecht komt. Overigens zijn er een paar uitzonderingen als het gaat om het dragen van zwembandjes. Als je bij zee bent en de wind is aflandig, kan de wind zo hard tegen de zwemvleugels drukken, dat je kind richting open zee drijft. Ook in water met sterke stroming of als het hard waait is het af te raden om je kind zwembandjes te laten dragen. Kies in die gevallen voor een zwemvest, of beter nog; ga helemaal niet het water in.
Zwemdiploma’s geven niet altijd zekerheid!
De kans is groot dat je opgelucht ademhaalt wanneer je kind z’n zwemdiploma’s heeft gehaald. De gedachte dat je kind nu altijd veilig het water in gaat is logisch. Helaas is dat in de praktijk niet altijd waar. Zwemt je kind niet zo vaak? Dan kan het zijn dat hij of zij toch niet waterveilig is, en toch in de problemen komt tijdens het zwemmen. Bij jongere kinderen speelt vermoeidheid daarbij een grote rol. Ze kunnen overmoedig zijn en denken een bepaalde afstand wel te kunnen overbruggen, maar eenmaal in het water kan die afstand flink tegenvallen. Een goede leidraad is om kinderen die jonger dan zes jaar oud zijn in ieder geval nooit zonder toezicht in het water te laten. Vergeet daarbij niet dat oudere kinderen met weinig zwemervaring ook tot een risicogroep behoren. Toezicht is dus eigenlijk altijd aan te raden.
Tekst gaat verder onder de afbeelding.
Waarschuwingsvlaggen op het strand
Wat we ook nog weleens vergeten is dat je als ouder zelf vaak ook niet regelmatig zwemt. Misschien heb je ooit reddingszwemmen geleerd, maar wees eerlijk: zou je nu nog weten hoe je iemand kan redden? Wees dus zelf ook niet overmoedig in het water. Let daarnaast op signalen in de omgeving. Zo wordt er op stranden vaak gebruik gemaakt van waarschuwingsvlaggen, zoals:
• Gele vlag: zwemmen is hier gevaarlijk
• Blauwe vlag: zwemmen is hier toegestaan
• Rode vlag: hier mag je niet zwemmen
• Witte vlag met vraagteken: er is een kind vermist
• Rode vlag met blauw vierkant: hier mag je niet in het water met drijvende voorwerpen (zoals een luchtbed)
Bij officieel zwemwater wordt daarnaast regelmatig de kwaliteit van het water gecontroleerd. Deze wordt vaak aangegeven op een bord bij het water. Is er bijvoorbeeld blauwalg gevonden? Dan zal dit op het bord vermeld staan. Zwemmen is dan niet veilig.
Koud, koud, koud!
Hoe warm het op het strand ook is, het water kan flink koud zijn. Vooral aan het begin van de zomer is het water vaak erg fris. Hoewel het bij heel warm weer aantrekkelijk kan lijken om zo in het water te springen, kun je het beste de temperatuur eerst even checken. Onderkoeling ligt namelijk op de loer, vooral bij kinderen. Tijdens het zwemmen kunnen ze ook bevangen worden door de kou en dan wordt het zwemmen opeens veel lastiger. Vergeet daarnaast niet dat het water aan de kant meestal warmer is dan het diepere water verder van het strand. Dit kan flink tegenvallen! Is je kind aan het spelen in het water, maar zie je dat hij of zij begint te bibberen, of dat de lippen blauw worden. Dan is het de hoogste tijd om even aan wal op te warmen!
Toch veel plezier
Door al die genoemde risico’s kan de moed je in de schoenen zakken. Dan maar liever niet zwemmen! Toch is dat jammer, want zwemmen brengt ook heel veel plezier met zich mee. Daarnaast is het een sport die door bijna iedereen beoefent kan worden. Nog een belangrijke reden om toch te gaan zwemmen: hoe vaker je kind zwemt, hoe makkelijker hij zich in geval van nood zal redden. Hoe zwemvaardiger je kind is, hoe beter. Vind je het toch nog spannend? Ga dan zwemmen in een binnenzwembad. Daar kun je niet alleen zelf je kind goed in het oog houden, maar weet je ook dat er badmeesters en -juffen zijn die de boel ook in de gaten houden. Dus; zwembroek aan en zwemmen maar! Hoe vroeger je hiermee begint, hoe sneller je kind aan het water zal wennen. Is je kind nog heel klein? Dan kan babyzwemmen heerlijk zijn. Of ga met je peuter lekker spetteren in het peuterbad. Hier kan hij leren hoe leuk spelen met, in en op het water zijn kan en alvast voorbereid worden op de zwemles.