Meten en wegen
De groei van je kind bevat belangrijke informatie over zijn gezondheid. Daarom wordt hij bij de schoolarts gemeten en gewogen. De groei, zowel de lengte als gewicht, zijn niet regelmatig. Hij kan een groeispurt krijgen of in gewicht schommelen.
Het is niet erg als je kind niet volgens de gemiddelde groeicurve groeit, maar wel als het heel erg afwijkt. Daarom kijkt de schoolarts of de lengte en het gewicht bij elkaar passen en wordt zijn groeicurve tegen de gemiddelde groeicurve afgezet. Als de groei sterk afwijkt van de gemiddelde groeicurve, dan wordt er gekeken of een doorwijzing noodzakelijk is. Gemiddeld groeien de kleuters ongeveer vijf tot zeven centimeter per jaar.
Je kunt natuurlijk ook je eigen kind meten en wegen. Let er wel op dat je hem niet te vaak achter elkaar meet en weegt, maar ook niet te weinig. Hoe vaker je je kind meet, des te minder vloeiend de groeilijn loopt. Als je hem te weinig meet, krijg je een onnauwkeurige grafiek. Hierdoor kun je het verloop van je kind niet in de gaten houden. Het is voldoende om het eerste half jaar elke maand je kind te meten en te wegen. Behalve de lengte en het gewicht zijn er ook andere factoren die aangeven hoe het met de groei van je kleuter gaat, bijvoorbeeld of hij goed alert en actief is en of hij zich goed ontwikkelt.