Meepraten: hoeveel schermtijd krijgt jouw kind?
Het wordt langzamerhand de realiteit: kinderen zitten langer achter een beeldscherm dan dat ze buiten spelen. Zeg eens eerlijk: hoeveel tijd besteedt jouw kind dagelijks aan tv, tablet, spelcomputer en telefoon? De kans is groot dat je eigenlijk niet eens precies weet hoeveel tijd ze daaraan kwijt zijn. En dat je schrikt wanneer je berekent hoeveel tijd het eigenlijk is. Maar toch: is al die schermtijd nou echt zo slecht?
Tekst gaat verder onder de afbeelding.
Sociaal online
Sommige wetenschappers zijn bang dat kinderen minder sociaal worden door al dat beeldschermgebruik. Op het moment dat je naar het beeldscherm staart, heb je namelijk geen tijd voor interactie met anderen. Wanneer ik echter mijn oudste zoon Fortnite zie spelen, herken ik dat helemaal niet. Vaak speelt hij samen met vrienden die ook online zijn. Met z’n headset op hoor ik hem de meest ingewikkelde tactieken bespreken. Waarbij tussendoor ook nog even gevraagd wordt of de anderen al hun huiswerk voor Engels hebben gemaakt. En of Fabian echt verkering heeft met Liza. Inderdaad; het oogcontact ontbreekt. Maar een sociaal aspect lijkt mij toch wel duidelijk aanwezig 🙂
Meer beeld, minder beweging
Toch merk ik ook dat al die schermtijd ten koste gaat van buitenspeeltijd. Een potje Fortnite is toch spannender dan een potje voetbal in de tuin. En waar ik merk dat jongere kinderen zich gaan vervelen bij een lange schermtijd, zie ik dat bij mijn oudste veel minder. Daarom probeer ik goed op de tijd te letten. En dat vind ik vaak lastiger dan dat ik zou willen. Want hoe makkelijk is het als je kind lekker een game aan het spelen is en dus geen tijd heeft voor moeilijke vragen, het pesten van een broertje of zusje, of het huis op stelten te zetten? En ook het moment waarop hem verteld wordt dat hij moet stoppen schuif ik af en toe voor me uit, merk ik. Eérst nog even rustig m’n tijdschrift uitlezen… Heel slecht natuurlijk! Zet de spelcomputer op tijd uit en wees niet bang voor dat moment waarop ze gaan zeuren dat ze niets te doen hebben. Ze vinden echt snel genoeg iets anders om te doen. Duidelijke theorie, maar de praktijk is vaak lastiger 😉 Lukt het jullie al?