Keizersnede [gepland of niet – en dan het herstel]
De meeste zwangere vrouwen willen het liefst bevallen via de natuurlijk weg. Dit kan helaas niet altijd. Er zijn verschillende redenen waarom in sommige gevallen voor een keizersnede gekozen wordt. Als je zwanger bent is het handig om hiervan op de hoogte te zijn. Zo kun je je optimaal voorbereiden.
Redenen voor een geplande keizersnee
Als tijdens de zwangerschap al blijkt dat een keizersnede noodzakelijk zal zijn, wordt dit een geplande keizersnee genoemd. Er kunnen verschillende oorzaken voor zijn.
Het bekken is te smal voor de baby
Vrouwen die erg fijngebouwd zijn, kunnen problemen krijgen wanneer de baby in verhouding groot is. Tijdens de bevalling geeft het bekken de ruimte om de baby door het geboortekanaal te persen. Wanneer het bekken te smal lijkt en de baby te groot, is de kans groot dat dit niet goed gaat. In dat geval kan er gekozen worden voor een geplande keizersnede.
Baby in stuit- of dwarsligging
Aan het eind van de zwangerschap moet de baby met het hoofdje naar beneden komen te liggen. Hierdoor komt tijdens de geboorte eerst het hoofdje naar buiten, gevolgd door het lijfje. Helaas gaat dit niet bij ieder kindje goed. Sommige kindjes blijven met hun billen naar beneden liggen (stuitligging), andere liggen overdwars (dwarsligging). In beide gevallen nemen de risico’s bij een natuurlijk bevalling hierdoor toe. In veel van deze gevallen wordt daarom besloten tot een geplande keizersnee. Wordt toch geprobeerd om de baby via een natuurlijke bevalling op de wereld te zetten, dan zal dit altijd in het ziekenhuis moeten plaatsvinden. Overigens zal er altijd eerst een poging gedaan worden om het kindje te draaien en zo een keizersnee te voorkomen. Dit is alleen niet altijd succesvol.
Meerlingzwangerschap
In principe is het mogelijk om een meerling via de natuurlijk weg op de wereld te zetten. Dan is het wel belangrijk dat de kindjes op een goede manier in de baarmoeder liggen. Wanneer dat niet het geval is, wordt er meestal gekozen voor een geplande keizersnee.
Een eerdere keizersnede
Heb je eerder een keizersnee gehad? Dan zal de bevalling bij een volgende zwangerschap altijd in het ziekenhuis plaatsvinden, omdat de risico’s op complicaties groter zijn. De gynaecoloog zal de baarmoeder extra goed onderzoeken. Wanneer deze te kwetsbaar lijkt door eerdere keizersnede(s), zal er ook bij een volgende bevalling gekozen worden voor een operatie. Dit gebeurt ook wanneer er bij eerdere bevallingen sprake is geweest van ernstige complicaties.
Afwijking bij de baby
Het kan zijn dat tijdens de zwangerschap een aangeboren afwijking ontdekt wordt bij je kindje. Daarnaast kan het gebeuren dat de conditie van je kindje aan het eind van de zwangerschap lijkt te verminderen. Wanneer dergelijke afwijkingen een verhoogd risico vormen bij een natuurlijke bevalling, zal er gekozen worden voor een geplande keizersnede.
Een niet-geplande keizersnede
Het kan gebeuren dat er tijdens een natuurlijke bevalling complicaties optreden, waardoor het belangrijk wordt dat je baby zo snel mogelijk geboren wordt. Dan kan de arts besluiten dat een spoedkeizersnede noodzakelijk is. Zo’n niet-geplande keizersnede kan bijvoorbeeld voorkomen wanneer:
- er sprake is van een daling van de hartslag van je kindje;
- de navelstreng afgekneld dreigt te raken;
- de ontsluiting niet snel genoeg gaat, zelfs niet na het toedienen van een weeën opwekkend middel;
- de placenta los raakt tijdens de bevalling;
- de baby het plotseling erg benauwd krijgt.
Voorbereiding operatie
Wanneer er een keizersnede (of, medische term: sectio caesarea) moet plaatsvinden, krijg je meestal de keuze tussen een ruggenprik of volledige narcose. Wanneer je erg gestrest raakt door de operatie, kan volledige narcose erg prettig zijn. Het voordeel van een ruggenprik is dat je de hele operatie vanachter een scherm meemaakt. Daardoor kan je direct na de geboorte je kindje al even zien en vasthouden. Overigens is de ruggenprik die je krijgt voor een keizersnede een andere dan die je kunt krijgen bij een natuurlijke bevalling. De ruggenprik bij de keizersnede zorgt ervoor dat je geen gevoel meer hebt in je onderlichaam.
Tekst gaat verder onder de video.
Uitvoering van de keizersnede
Nadat de verdoving z’n werk doet, start de operatie. Deze duurt normaal gesproken een half uur tot een uur. Tijdens de operatie wordt er een horizontale snede gemaakt in je onderbroek. Deze snede wordt wel de bikinisnede genoemd, omdat het litteken na herstel net onder de rand van een bikinibroekje verdwijnt. Na de horizontale snede in de onderbuik, wordt er een verticale snede in de buikwand (om je spieren heen) en vervolgens weer een horizontale snede in je baarmoeder gemaakt. Dan wordt de baby eruit gehaald en de navelstreng doorgeknipt. Vervolgens wordt ook de moederkoek verwijderd. Voordat je wordt gehecht krijg je in de baarmoeder een antibioticum tegen infecties en een middel om je baarmoeder samen te laten trekken. Na een eerste onderzoek (met Apgar-test) van je kindje, brengen ze je pasgeborene bij je om voor het eerst in je armen te houden.
Herstel na een keizersnede
Een bevalling is pittig, of je nu een natuurlijke bevalling hebt of een keizersnede. Houd er echter wel rekening mee dat herstel van een keizersnede vaak wat langer duurt. Ten eerste zal je na de operatie een paar dagen in het ziekenhuis moeten blijven. Daar worden je hartslag en bloeddruk, hoeveelheid urine en eventueel bloedverlies goed in de gaten gehouden. Het is handig om de instantie die de kraamzorg voor je regelt op de hoogte te brengen van de keizersnede. Vaak kan in overleg de kraamzorg uitgesteld worden, of met een aantal uren uitgebreid worden, zodat je na thuiskomst nog wat extra hulp hebt. Het litteken van de keizersnede kan nog een aantal weken pijnlijk zijn. De eerste dagen kan het nog wat bloeden en daarna kan het nog een aantal weken flink jeuken. Dat kan vervelend voelen, maar jeuk is een goed teken: je lichaam werkt hard aan herstel!