Epilepsie
Epilepsie of vallende ziekte kan zich op elke leeftijd openbaren. Door prikkeling van de hersenen kan het kind regelmatig “toevallen” (stuipen) krijgen. Hierbij kunnen de volgende verschijnselen optreden:
- het kind draait de ogen weg
- spant alle spieren aan en schokt met armen en/of benen
- ziet blauw of bleek
- krijgt vaak (bloederig) schuim om de mond,
- laat urine en ontlasting lopen.
- de aanval duurt meestal een paar minuten; na de aanval is het kind suf, heeft vaak hoofdpijn en kan gaan braken. Een epilepsie aanval kan ook bijna ongemerkt verlopen:
- het kind staart of draait alleen even de ogen weg,
- onderbreekt het spel een paar seconden en gaat vervolgens weer verder met spelen.
Hoe krijg je het?
Vaak is er geen oorzaak aan te wijzen, maar speelt erfelijkheid een rol. Soms is er sprake van een hersenbeschadiging (b.v. door ernstig zuurstofgebrek tijdens de geboorte). Als het kind een toeval heeft, hoeft het niet altijd epilepsie te hebben. Een toeval kan ook optreden door een val op het hoofd, koorts , ernstig zuurstof of suikergebrek, een tumor, een hersenvliesontsteking of een vergiftiging.
Wat kun je eraan doen?
Voor de aanval: maak een behandelplan, waarin besproken wordt wat er bij een aanval gedaan moet worden, welke medicijnen gegeven moeten worden en hoe zorgen dat de oppas en de leidsters in het kindercentrum hiervan op de hoogte zijn.
Tijdens de aanval: zorg, dat het kind zich geen pijn kan doen, bijv. door speelgoed weg te zetten, het kind op een matras te leggen of iets zachts onder het hoofd (niet te dik) kijk op de klok hoe lang de aanval duurt laat een dokter bellen als de aanval langer dan 10 minuten duurt of als de aanval door meerdere aanvallen wordt gevolgd. voorkom paniek!
NIET DOEN:
proberen iets tussen de tanden te stoppen of in de mond, om bijten op de tong te voorkomen (hiermee richt je alleen maar schade aan, bovendien heeft het kind vaak al op de tong gebeten).
Na de aanval:
• leg het kind op de zij (het kan gaan spugen)
• kijk of er niets in de mond zit
• maak knellende kleren los
• controleer ademhaling en bewustzijn
• neem de temperatuur op als het kind heet aanvoelt (spons het dan met lauw water af)
• geef medicijnen als de ouders deze hebben meegegeven.
• stel de ouders op de hoogte
Opmerkingen:
Een kind met epilepsie moet regelmatig en stipt medicijnen innemen. Soms geven ze bijwerkingen, zoals sufheid, traagheid of juist ongedurigheid. Bij kinderen met epilepsie kan een aanval uitgelokt worden door gebrek aan slaap of TV kijken (lichtflitsen).