Als borstvoeding niet lukt

Als borstvoeding niet mogelijk is dan zijn er volgens de Wereld Gezondheids Organisatie en Unicef drie alternatieven.

De eerste keus is gekolfde moedermelk van de eigen moeder. De tweede keuze is moedermelk van een donor, omdat de baby

zo van de voordelen van soortgebonden melk (mensenmelk) profiteert. Inmiddels is er in Nederland een moedermelknetwerk opgericht. Vrouwen die geen borstvoeding kunnen geven, kunnen via dit netwerk een donor zoeken. Donoren van moedermelk moeten aan een aantal eisen voldoen (niet roken, niet drinken en geen medicijnen.) en ze ondergaan een bloedtest om overdraagbare ziekten uit te sluiten. Gedoneerde moedermelk wordt voor gebruik gepasteuriseerd om bacteriën te doden. Moedermelk wordt uit je bloed gemaakt. Hiertoe bestaat de kans dat er via donormelk bepaalde ziekten overgedragen worden aan het ontvangende kind. Om de veiligheid van donormelk te waarborgen worden de volgende stappen ondernomen;

Er vindt een uitgebreide screening plaats omtrent de leefwijze en voedingsgewoonten van de aspirant donormoeder. Verder wordt er gevraagd naar een mogelijke historie van bepaalde ziekten. Ook wordt er door middel van een aantal vragen gekeken hoe groot de kans is dat je bepaalde ziekten oploopt. Als de screening niet naar wens is dan wordt de aspirant donormoeder niet opgenomen in de databank van het Moedermelk Netwerk.

Er wordt een bloedtest afgenomen waarbij op de volgende stoffen wordt geprikt:

   * Hepatitis B (Geelzucht; HBsAg)
   * Hepatitis C (Geelzucht; HCV)
   * HIV (Aids; HIV Antistoffen)
   * CMV (Cytomegalovirus; CMV IgM en CMV IgG)
   * Lues (Syfilis; TPHA)
   * Transaminase screening (leverenzymen; ALAT en ASAT)\

Op zich noemen instanties als Borstvoedingorganisatie LLL en het Voedingscentrum het Moedermelk Netwerk positief. ‘Maar we hebben wel enig voorbehoud’, zegt Karin van Drongelen. Zij is verbonden aan het Platform Borstvoeding waarin de gerelateerde beroepsorganisaties vertegenwoordigd zijn en projectmanager van de campagne ‘Borstvoeding verdient tijd’. ‘Wij vinden met name de hygiëne een aandachtspunt. Je hebt niet zelf in de hand hoe hygiënisch met kolven en bewaren is omgegaan. Ook weten we dat de hittebehandelingen en het invriezen van de melk de kwaliteit niet ten goede komt.

Volgens voorzitter Marga Wapenaar ondersteunt De Nederlandse Vereniging van Lactatiekundigen het initiatief, maar betreurt zij dat het slechts om bemiddeling gaat. ‘Wij zijn helaas niet betrokken bij dit project. Juist omdat de donoren levens kunnen redden hadden wij liever gezien dat het van meet af aan met alle partijen als een deskundige moedermelkbank was georganiseerd.’ De lactatiekundigen kunnen moeders op het bestaan van het netwerk wijzen. ‘Maar ze moeten wel zeggen dat het geen professionele organisatie betreft.’

Oprichter Chella Verhoeven heeft best begrip voor de kritieken. ‘Ook ik zou liever zien dat ik de omslag kan maken naar een donorbank. Maar dat is zeer kostbaar en met sponsorgelden redden we het niet.’ Onlangs is een subsidieaanvraag bij VWS afgewezen. Het Ministerie van Volksgezondheid meent dat er onvoldoende garantie is ten aanzien van de kwaliteit en veiligheid van de moedermelk. VWS vindt kunstvoeding een goed alternatief voor borstvoeding. Chella Verhoeven laat het er niet bij zitten. Ze wijst in haar bezwaarschrift nog eens fijntjes op de florerende moedermelkbanken in het buitenland. Vastberaden zegt ze: ‘Het is een kwestie van tijd. Vroeg of laat komt onze eigen bank er echt wel.’

Als derde keuze is kunstvoeding een alternatief.

Reageer op artikel:
Als borstvoeding niet lukt
Sluiten