7 weetjes over leren lopen

Ben je er zelf even niet mee bezig, wordt je alsnog door iemand gevraagd: ‘En, loopt de kleine al?’ En dan ga je misschien twijfelen: loopt mijn kind niet achter op schema? Had hij niet allang moeten lopen? Handig om te weten is dan dat een kind gemiddeld tussen de 9 en 15 maanden oud is als het de eerste stapjes zet. lopefd

1. Ieder kind volgt een vast schema

Ieder kind is anders, maar wat betreft leren lopen volgen kinderen in grote lijnen hetzelfde pad. Wanneer je kind een maand of zes is kan hij of zijn zelfstandig rechtop zitten. Je kind ontdekt langzaam hoe de spieren werken en hoe hij deze op de juiste manier kan laten werken. De volgende stap is optrekken om te gaan staan. Je kind leert om rechtop te gaan staan, door zich op te trekken aan bijvoorbeeld de tafel of de bank. Het moment waarop dit gebeurt varieert, maar met een maand of 10 is heel gemiddeld. Bedenk dat dit een flinke stap is. Zeventig procent van ons lichaamsgewicht zit in hoofd en romp, dus de benen moeten echt sterk zijn om dat allemaal te kunnen tillen! En daarna komt er een moment dat je kind in beweging komt. In eerste instantie van meubel naar meubel, zodat er nog houvast is. Maar er zal een moment komen dat je kind de eerste stapjes zet!

2. Hoe je kan zien of een baby kan lopen

Het laatste stukje van de beweegpuzzel is leren hoe je de ene voet optilt, terwijl je balanceert op je andere voet. Je kindje verandert in deze fase in een soort Frankenstein, terwijl ze langzaam aan leert hoe je het best weer op je voet kunt landen. De beentjes staan ver uit elkaar en de armen zijn uitgestrekt: de kenmerken van een beginnend loper! Om te kunnen blijven staan, moet je kind veel spieren aanspannen. Maar om vervolgens te kunnen lopen, moeten de heupen en knieën een beetje ontspannen. De uitdaging is dus om uit te zoeken hoe je de juiste hoeveelheid spierspanning in de benen krijgt. Gelukkig zijn de meeste éénjarigen snelle leerlingen. Het zal niet lang meer duren voordat ze het huis op z’n kop zet!

3. Je kunt weinig doen om het proces te versnellen

Wat doe je als alle andere baby’s op de kinderopvang al kunnen lopen, terwijl jouw kindje gewoon nog overal tussendoor kruipt? Het goede antwoord is: meestal niets. Loopt je kind met 16 maanden nog niet? Overleg dan met je huisarts of bespreek het op het consultatiebureau. Tot die tijd is het niet nodig om hierover te stressen. Je kunt een leuke duwauto of activiteitenspeelgoed kopen, maar de kans is klein dat je kind er sneller door gaat lopen. Aan de andere kant; dit soort speelgoed kan geen kwaad. Dus als je baby dit soort speelgoed leuk vindt, ook al kan hij nog niet lopen; moedig hem aan!

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

ouders met peuter wandelen

4. Leren lopen en het karakter van je kind

Je kent ze vast wel: van die ouders die, wanneer hun baby al vroeg kan lopen, meteen denken dat het een groot sporttalent zal worden. De snelheid waarmee je kindje leert lopen zegt echter weinig over zijn sportieve prestaties in de toekomst. Wat je er vaak wel aan kunt aflezen is of je kind risico’s durft te nemen of meer het afwachtende type is. Sommige kinderen laten duidelijk zien dat ze denken dat ze alles kunnen. Die willen het liefst zo snel mogelijk opstaan en de wereld ontdekken. Bang om te vallen zijn ze niet. Andere kinderen wachten met lopen, totdat ze het idee hebben dat ze het redelijk zullen kunnen en niet zo snel zullen vallen. Deze kinderen zullen als ze volwassen zijn waarschijnlijk ook van het voorzichtiger type zijn. Je kunt dus kenmerken van gedrag zien tijdens de ontwikkeling van je kindje!

5. Allerlei factoren die leren lopen beïnvloeden

Er zijn heel wat factoren die het leren lopen kunnen beïnvloeden. Zo kan de grootte van je kind van invloed zijn. Grote baby’s leren vaak later lopen, omdat ze meer kracht nodig hebben om rechtop te kunnen staan. Maar zelfs zoiets als een oorinfectie kan gevolgen hebben. Het kan er zelfs een oorzaak van zijn dat een kind met 16 maanden nog niet kan lopen. Zo’n oorontsteking heeft namelijk invloed op het evenwichtsorgaan, waardoor het moeilijker is om balans te houden. Ten slotte heeft ook de volgorde van geboorte effect. Als je kindje een oudere broer of zus heeft, is de kans groot dat hij of zij sneller leert lopen. De motivatie om het te leren is dan groter, omdat je kleine graag lekker achter grote broer of zus aangaat. Goed voorbeeld doet goed volgen!

6. Lopen en kruipen wordt vaak nog afgewisseld

Het is niet ongewoon dat baby’s nog een tijdje wisselen tussen kruipen en lopen. Misschien ziet je baby iets interessants aan de andere kant van de kamer, waar ze zo snel mogelijk heen wil. Omdat lopen in die eerste fase meestal nog niet zo snel gaat, is er kans dat ze daarom op haar knieën gaat en er razendsnel heen kruipt. Maak je daar geen zorgen over. Uiteindelijk zal je kleine sneller leren lopen en dan wordt kruipen een stuk minder interessant.

7. Help, ik kan niet meer stoppen!

Wanneer je kindje eindelijk op gang is met lopen, staat de volgende uitdaging al klaar: leren stoppen! In eerste instantie kiezen de meeste kindjes voor een simpele methode. Wanneer ze willen stoppen met lopen laten ze zich simpelweg vallen. Dit komt doordat het lopen in eerste instantie nog veel moeite kost. Iedere stap heeft veel meer kracht dan bij volwassenen, doordat je baby de knieën nog niet buigt en de voetjes plat op de grond zet (ja, dat Frankenstein-loopje…). Pas wanneer ze beter leren lopen, leren ze ook beter stoppen. En dan is vallen op een gegeven moment gelukkig niet meer nodig. Zo zie je maar: oefening baart kunst. Geef je kindje dus gewoon de ruimte en maak je niet direct zorgen als het voor jouw gevoel allemaal te lang duur. Ieder kind leert op zijn eigen tempo en in de meeste gevallen komt dat lopen echt vanzelf!

Reageer op artikel:
7 weetjes over leren lopen
Sluiten