7 handige weetjes over de bevalling
Ben je zwanger? Dan ga je waarschijnlijk naar een zwangerschapscursus en lees je alles wat los en vastzit over de zwangerschap en bevalling. Maar tijdens het volgen van die cursus of het lezen van die boeken, leer je alleen maar meer over de algemene zaken en weinig tot niets over de verrassende details. Door te weten wat je te wachten staat, zal de bevalling uiteindelijk minder stress geven. Daarom hierbij 7 handige weetjes over de bevalling, voor een optimale voorbereiding!
1. Je kan gaan braken
Wist jij dat het normaal is om tijdens de bevalling te braken? Ik wist het niet – totdat onze oudste zoon ter wereld kwam. De misselijkheid en het braken kunnen verschillende oorzaken hebben. Zo kan een ruggenprik ervoor zorgen dat je bloeddruk opeens sterk daalt. Misselijkheid en braken zijn daar vroege symptomen van. Maar ook zonder ruggenprik kun je hier mee te maken krijgen. Door de pijn die je ervaart, of doordat er nog voedsel in je maag zit. De spijsvertering ligt namelijk stil tijdens de bevalling, en dan moet het voedsel een andere uitweg vinden. Wil je voorkomen dat je (veel) braakt? Eet in de eerste fase van de bevalling daarom slechts kleine beetjes. Is de bevalling echt goed op gang? Eet dan helemaal niet en drink daarnaast alleen doorzichtige vloeistoffen (zoals water).
2. Je kan gaan klappertanden
Bijna de helft van alle vrouwen heeft tijdens de bevalling last van rillingen en klappertanden. Dit komt niet doordat je het koud hebt. Je lichaamstemperatuur stijgt tijdens de bevalling zelfs zo’n 2 graden, waardoor je het eerder warm dan koud hebt. Helemaal duidelijk waardoor het klappertanden ontstaat is het nog niet, maar het heeft waarschijnlijk te maken met bloed. Tijdens de bevalling komt er namelijk een klein beetje bloed van je kindje in je eigen bloedbaan. Heeft je kind een andere bloedgroep dan jij? Uit onderzoek blijkt dat de kans groot is dat je dan last krijgt van rillingen en gaat klappertanden. Dit effect is gelukkig slechts tijdelijk.
3. Je kan rare geluiden gaan maken
Als je baby door het geboortekanaal komt, wordt hierbij ook lucht uit de anus gedrukt. Wees er dus op voorbereid dat je winden gaat laten. De kans hierop is extra groot als je een ruggenprik hebt gehad. Hierdoor wordt de sluitspier namelijk verdoofd. Nog zo’n vervelend bijeffect: je kan tijdens de bevalling ook last hebben van je darmen. Als het hoofdje van je baby door het geboortekanaal gaat, wordt het rectum platgedrukt. Hierbij wordt de inhoud eruit gedrukt, oftewel: je moet poepen. Geneer je niet: dit komt bij veel bevallingen voor. De verloskundige en gynaecoloog zijn dus wel wat gewend 😉
4. Je kan gek gaan doen
Tijdens de bevalling kan het zomaar gebeuren dat je gaat schreeuwen, huilen of zelfs vloeken. Ook opeens gaan strippen hoort erbij. Tijdens de bevalling kan kleding namelijk opeens heel oncomfortabel voelen. Schaam je niet; als jij het prettiger vindt om naakt te bevallen doe je dat gewoon. Al deze gekke reacties ontstaan door de pijn en uitputting. En ook je hormonen mag je er deels verantwoordelijk voor houden. De bevalling veroorzaakt namelijk een flinke verandering in de hoeveelheid oestrogeen en progesteron in je lijf. Je kan het vergelijken met een flinke aanval van PMS. Dus als je even door het lint gaat, hoef je je hier niet slecht over te voelen. Ook wat dat betreft zijn de verloskundige en gynaecoloog wel wat gewend. Word je zenuwachtig van het idee dat je je tijdens de bevalling zo kan gaan gedragen? Bereid je dan in ieder geval goed voor. Vrouwen die een zwangerschapscursus hebben gevolgd zijn bijvoorbeeld vaak kalmer tijdens de bevalling.
5. Je brein kan uitgeschakeld raken
In het heetst van de strijd, kan het lastig zijn om jezelf te herinneren aan wat ze je hebben geleerd bij de zwangerschapscursus. Zo vergat ik tijdens de bevalling van de tweede bijvoorbeeld opeens hoe ik ook alweer weeën kon wegpuffen. Terwijl het in de uren daarvoor probleemloos was gegaan! De pijn nam het alleen even over en pijn en vermoeidheid kunnen rare dingen doen met je brein. Wees dus niet verbaasd wanneer je tijdens je bevalling in zo’n situatie terecht komt. Achteraf heb je misschien zelfs geen idee meer hoe je dat kindje nou precies op de wereld gezet hebt. Laat je partners foto’s maken, zodat je ze achteraf nog eens kan inzien. En vertrouw tijdens de bevalling op de emotionele steun van de verloskundige, partner of andere mensen die dicht bij je staan. Tijdens mijn bevalling bracht de verloskundige mij met een paar lieve woorden weer terug naar de kern: ‘Rustig uitademen, je kunt het, je wordt moeder!’ En ik bleek het inderdaad gewoon nog te kunnen!
6. Je kan moeten wennen aan je kindje
Voel je niet schuldig wanneer de eerste reactie op dat pasgeboren baby’tje geen enorme vreugde is. Je bent net door een emotioneel en fysiek loodzwaar proces gegaan. Het duurt even voordat je daarvan bent hersteld! Probeer borstvoeding te geven als dit mogelijk is. Dat zal zorgen voor een eerste moment van het opbouwen van een band. Laat daarna de kraamhulp de eerste zorg voor je kindje op zich nemen en neem zelf even de tijd op uit te puffen. De kans is groot dat je daarna alsnog die vlinders van geluk in je buik voelt als je je kindje ziet!
7. Ook je partner kan het zwaar hebben
De continue controle van je hartslag op de monitor naast het bed. Al die lichaamssappen. Die scheldwoorden die je door je geliefde naar het hoofd geslingerd krijgt. Oftewel: ook voor je partner kan zo’n bevalling pittig zijn. Het komt zelfs weleens voor dat de verloskundige de partner adviseert om de verloskamer even te verlaten. Om je partner daar in bed zoveel pijn te zien hebben, kan soms gewoon even te veel worden. En dat verhaal over de partner die flauwvalt naast het bed van de barende geliefde kennen we natuurlijk allemaal. Dat is geen Broodje Aap, maar gebeurt echt weleens! Het kan fijn zijn om naast je partner ook iemand bij te hebben die ervaring heeft met bevallen, zoals je moeder of een goede vriendin. Die persoon kan jullie beiden dan ondersteunen tijdens die spannende uren voordat jullie je kindje in de armen kunnen sluiten.
